
Yin’s
favo speelgoed
Yin
kun je blij maken met vele soorten speelgoed, maar speeltjes met
(konijnen)bont eraan staan voor haar met stip op één.
Speeltjes met bont brengen onwillekeurig een prooidier-reactie
teweeg, en zijn daardoor blijvend interessant. Yin verdedigt
haar speelgoed alsof ze een echte muis te pakken heeft.
Ik let er bij het uitzoeken van dit soort speelgoed wel sterk op
dat er geen delen aanzitten die los kunnen komen; de plastic
neusjes en oogjes van de “gewone” bontmuisjes bijvoorbeeld,
worden hier dan ook verwijderd voordat de katten ermee mogen
spelen.
Luna’s favo speelgoed
Luna
kun je niet blijer maken dan wanneer je een kwartiertje
interactieve speeltijd voor haar uittrekt.
Bij voorkeur speelt Luna dan samen met je met een hengel. De
gemiddelde hengel kan Luna niet bekoren, het móet een exemplaar
met veren zijn, en het is helemaal fantastisch als deze dan naar
catnip ruikt. Met ratels of andere luidruchtige hengels heeft
Luna niks op – het “zoef” geluid is wat telt!
De “prooi” aan het uiteinde achtervolgend, maakt Luna de
scherpste bochten, de meest idioot hoge sprongen en fantastische
salto’s – en ze landt natuurlijk altijd op vier pootjes, zoals
het een soepele poezendame betaamt. Na het spelen wil Luna de
hengel nog even voor zichzelf en sleept hem dan in haar voerbak
of onder het bed. Ik laat de hengels nooit liggen voor de katten
om zelfstandig mee te spelen; vooral die met koordjes vormen
toch een potentieel gevaar (stukkauwen en inslikken, maar ook
het er in vast komen te
zitten). Daarnaast zijn de hengels dan ook geen lang leven
beschoren.
Noa’s favo speelgoed
Deze
egelballetjes van stevig rubber waren bijna meteen een schot in
de roos bij Noa toen ik ze meebracht. Na er eerst een dag wat
onwennig met een pootje tegenaan te hebben geslagen, ging hem de
volgende dag ineens een licht op: deze balletjes pasten perfect
in zijn bek!
Uitgelaten holde hij rond met zo’n balletje in zijn bek, totdat
hij tot de conclusie kwam dat dit toch wel een beetje saai was.
Hij liet het balletje naast mij op de bank vallen, ik gooide het
weg, hij bracht het terug – en zijn nieuwe grootste hobby was
geboren; apporteren!
Je kunt Noa voor weinig wakker maken, maar hiervoor (naast eten)
dus wèl. Noa apporteert ook wel bontmuisjes of de catnip2toss
van Petstages, maar egelballetjes blijven zijn favoriet. Met
enige regelmaat vind ik zo’n balletje op mijn kussen of in mijn
schoen – een teken dat ik uitgeteld was op het moment dat
Noa
eigenlijk graag met me had willen spelen. Vind ik net zo jammer
als hij!
Het apporteerspeelgoed ligt wel altijd binnen bereik van de
katten, zodat ze zelf kunnen aangeven wanneer ze zin hebben om
met me te spelen, en daarom moet het éxtra veilig zijn.
De egelballetjes zijn stevig en te groot om helemaal in de bek
te passen; daarnaast voelt dat onprettig.
Het speelgoed van Petstages is sowieso hoegenaamd veilig,
helemaal van stof, niet te klein en zonder grote uitstekende
delen. Mijn katten krijgen niks wat ik ook niet aan een baby zou
geven. De sponsballetjes die in de handel zijn voor katten zijn
bijvoorbeeld bijzonder link (stukbijten en inslikken, en
vervolgens uitzetten door vocht.)
The icing on the cake....
Al
eventjes genoemd, maar àl het speelgoed wordt natuurlijk eens zo
interessant als het ruikt naar één van de favoriete goedjes van
de katten. Niet alle katten zijn gevoelig voor catnip
(kattenkruid), maar het overgrote deel wel. Bij kittens kan het
even duren voordat de liefde hiervoor zich ontwikkelt...wellicht
is het een “acquired taste”.
De reactie van katten op catnip is een soort algehele euforie,
het beste vergelijkbaar met de menselijke equivalent, het “high”
zijn. In de meeste gevallen werkt het ontspannend. Het is
compleet onschadelijk voor de kat, ook voor kittens. De
gebruiksmogelijkheden van catnip zijn talrijk; van het ruwe blad
binnenin speeltjes en trappelzakjes, het bewaren van speelgoed
in catnippoeder, tot het inspuiten van krabplanken en mandjes
met catnipspray.
En minstens net zo
lekker....
Ruikt voor de kat de wortel van de valeriaanplant. In de meeste
gevallen reageren katten nog sterker op valeriaan dan op catnip.
Van deze plant wordt uitsluitend de wortel gebruikt, de groene
plant is voor de kat niet interessant; het heeft dus geen zin om
valeriaan voor je katten in de tuin te planten. Naast het
gebruik in ruwe vorm, wordt van valeriaanwortel ook een tinctuur
gemaakt en wordt het in pilletjes verwerkt. Valeriaan werkt
rustgevend en kalmerend, en is dus bij uitstek een kruid om in
speeltjes en kussentjes te gebruiken in tijden van stress (bijv.
op show). In andere noodsituaties kan valeriaan evt. (in
pilvorm) ook oraal aan katten worden gegeven. Dit
diskwalificeert je kat wel voor deelname!
Klein minpuntje voor de mens die zijn kat een plezier wil doen;
voor ons stinkt valeriaanwortel naar natte hond...
Slim speelgoed*
Het
ligt in de natuur van de kat om te werken voor zijn eten, en om
daarbij zijn koppie te gebruiken; het besluipen van vogels in de
takken, het geruisloos naderen van een muis in het kreupelhout.....
Hoe saai moet het dan zijn om je eten gewoon steevast in een bakje
te vinden, zonder dat je daarvoor hebt hoeven nadenken, zonder dat
je daarvoor enige lichamelijke inspanning hebt hoeven verrichten.
Natuurlijk kunnen we die inspanning bij onze binnenkatten vervangen
door het spelen met voorwerpen, maar je kunt ook nog een stapje
verder gaan.
De Dogsmart, Dogspinny en de Dogbrick o.a. zijn puzzels waarin eten
kan worden verstopt. De kat moet dan én nadenken, én fysieke
handelingen verrichten voordat hij bij zijn hapjes kan. Deze puzzels
voorzien dus in de natuurlijke gewoonte van de kat om te werken voor
zijn eten.

De kat is bezig en ontvangt zijn beloning hiervoor meteen. Hoewel de
naam anders doet vermoeden, zijn de kleinste uitvoeringen uitstekend
geschikt voor katten. De bedoeling is, dat de kat de houten delen zo
manipuleert dat het voedsel binnen bereik komt; bij de Dogsmart kan
dat via het optillen of omstoten van kleine omgekeerde bekertjes die
over het voer staan, bij de Spinny kan dat door de ronde schijven zo
te draaien dat de lekkernij in de uitsparing vrij komt te liggen, en
bij de Dogbrick moet de kat houten schuifjes zo manipuleren dat het
lekkers vrij komt te liggen. Natuurlijk werkt een schaal met
walnoten ook prima! Het ligt voor de hand om voor deze spelletjes
brokjes te gebruiken, als je echter niet achter het voeren van brok
staat biedt Carnibest goede alternatieven met de uit gedroogd vlees
gevormde kattenknabbels en (geknipte) kattenstaafjes.
Goedkoop speelgoed
Dat
het katten niet uitmaakt wat jij neertelt voor speelgoed, weet je
waarschijnlijk al lang. Katten kunnen zich uren vermaken met een
kartonnen doos die vrijwel dicht is gemaakt, met 1 gat net groot
genoeg om binnen te komen, en andere gaten net groot genoeg om met
een poot door te hengelen. Stop er wat proppen papier in (liefst
geen kranten vanwege de giftige inkt) en er kan ook nog een naar
hartelust gescheurd en getrokken worden – Yin’s cup of tea! Ook
papieren zakken (zonder hengsels - verstrikkingsgevaar) zijn
fantastisch om in en uit te stuiven, want dat knispert zo mooi. Met
lege closetrolletjes die je aan de zijkanten aan elkaar maakt, en om
en om aan de uiteinden dicht, kan een puzzel worden gemaakt waarbij
de kat moet zoeken en hengelen voor zijn snacks. Gebruik wel altijd
veilige materialen; kluwes wol (i.v.m. inslikken, verstrikt raken)
en pijpenragers (er zijn al katten overleden omdat deze de maag of
de darmen perforeerden!) zijn niet geschikt ,alufolie (ook opgerold
tot balletjes) evenmin.
Drinken leuk gemaakt
In
“de natuur” halen katten het grootste gedeelte van het door hun
benogdigde vocht uit hun voedsel; zoogdieren en vogels bestaan
immers voor het overgrote deel uit water. Katten zijn dan ook van
nature geen grote drinkers. In onze huiselijke omgeving bieden wij
zelden hele prooi aan, en als er zelfs droogvoeding wordt gegeven
mag het duidelijk zijn dat er een probleem ontstaat met de
vochthuishouding van de kat als deze dat niet compenseert door te
drinken. Urinewegproblemen zijn vaak het gevolg.
Het in deze mate moeten drinken is in principe tegennnatuurlijk en
moet dus zo aantrekkelijk mogelijk worden gemaakt. Kraanwater dat
een week stil in een bakje op een enkele vaste plek staat te staan
is niet aantrekkelijk en hoogstwaarschijnlijk niet smakelijk ook –
maar zelfs als het water maar een dag stilstaat, verliest het toch
aan aantrekkingskracht.
Dit is voor een groot deel te ondervangen door op verschillende
plaatsen in huis bakjes water neer te zetten, deze zo vaak mogelijk
te verversen en eventueel verschillende smaakjes te creëren (laat
bijvoorbeeld een bakje kraanwater zijn, een ander regenwater, een
ander flessenwater en een ander kraanwater met een druppel
zalmolie). Menig kattenbezitter heeft zo’n kat die het liefst uit de
bloemenvaas drinkt – locatie en smaak zijn de sleutel – maar de
bloemenvaas is geen geschikte drinkplaats (giftige stoffen uit
snijbloemen, snijbloemenvoeding, gevaar van omgooien en dus
scherven). Ander veel gezien drinkgedrag bij katten is het drinken
uit de kraan. Da’s natuurlijk ultiem; vers, stromend (en dus
zuurstofrijk) water, en dan ook nog zo’n idioot van een mens die je
kunt manipuleren om hem open te draaien. Menige Blauwe Rus heeft de
zeggenschap over de kraan in huis. Maarja, hoe graag wij mensen onze
katten ook van dienst willen zijn, wij zijn niet altijd thuis om als
kraanopener te dienen. Daarnaast neemt de waterrekening al gauw
immense vormen aan. Daarom is voor onze viervoeters een drinkfontein
een ideale optie. Niet alleen is het basin zo groot dat er steeds
voldoende water beschikbaar is en wordt het water rondgepompt
(beweging=interessant!) , maar het water wordt ook gefilterd over
koolstof waardoor alle chloor, fluor en koperdeeltjes uit de
leidingen eruit gehaald worden. Het water stroomt, is daardoor
zuurstofrijk, bacteriearm en dus een stuk smakelijker en gezonder.
Cat-it en Drinkwell hebben bijv. beide geschikte fonteinen.
Aantrekkelijke
kattenbakken
Na
al dat drinken en zuurverdiende eten worden mijn Blauwe Russen
natuurlijk niet naar buiten gezet om hun behoefte te doen. Nee, de
Rus is een kat van stand en verdient daarom een toilet op stand.
Voor iedere kat één om precies te zijn, en dan nog één extra
(stelregel van o.m. Vicky Halls).
Dit voorkomt dat een bepaalde kat zich de bak toeëigent, waardoor de
andere katten hun behoefte er niet meer mogen doen, en dus hun heil
ergens anders zoeken waar wij het minder graag zien. Daarnaast
poepen en plassen niet alle katten graag op dezelfde plaats. Dit
betekent dat je met drie katten vier kattenbakken in huis zou moeten
hebben, maar ook dat je met een enkele kat toch twee bakken zou
moeten hebben staan.
De bakken staan op een rustige en goed bereikbare plaats, niet in
een doorloop en niet pal naast een deur, en goed verspreid over de
leefruimte.
De
kat moet vanuit zijn bak overzicht kunnen houden op zijn omgeving,
maar toch privacy hebben.
De bakken zelf zijn zo groot dat de kat zich niet dubbel hoeft te
vouwen om zich om te draaien (katten draaien en graven vaak eerst
een paar keer voordat ze gaan zitten, dit moet makkelijk kunnen) en,
indien voorzien van kap, zo hoog dat de kat ontspannen kan staan en
zitten. Alle bakken in huis zijn dus aangepast op de maat van de
grootste kat in volwassenheid. De kap is bij voorkeur niet voorzien
van een deurtje of dit is verwijderd, omdat het geuren in de bak
vasthoudt ( misschien fijn voor ons, maar hoogst onaangenaam voor de
kat ) en omdat dit zo rottig dichtklapt op de staart bij het in- en
uitstappen. De bak is bij voorkeur gevuld met een dikke laag fijn
grit dat zacht aanvoelt onder de poten en vrij is van
toegevoegde/kunstmatige geurstoffen. Hoe natuurlijker het is en hoe
meer het als zand voelt hoe beter, maar er zijn uitzonderingen.
Fijnkorrelig, al dan niet klontvormend bentoniet (klei)grit voelt
voor de kat dan wel prettig aan, het bevat silicastof dat schadelijk
(o.a. kankerverwekkend) kan zijn als het de lucht- en urinewegen
binnendringt. Bij het graven stuift vrijwel ieder kleigrit in meer
of mindere mate en dat maakt
het
dus eigenlijk niet goed geschikt, ookal is het erg praktisch voor
ons. Daarnaast is klontvormend kleigrit erg link voor kleine
kittens, die nu eenmaal de eigenschap hebben alles te proeven en
hiermee een flinke blokkade in hun verteringsstelsel op kunnen
lopen; levensgevaarlijk! Silicagrit is licht en erg praktisch ,
verspreidt (hoe tegenstrijdig dat ook lijkt) geen silicastof en
houdt geuren en vocht goed vast, mits het regelmatig wordt om- en
uitgeschept. Ondanks dat het er chemisch uitziet is het biologisch
afbreekbaar en mag het in de biobak of op de composthoop. Nadelen
zijn dat het vaak erg grof is en enigszins scherp aanvoelt, (wat
maakt dat sommige katten het gebruik pertinent weigeren) en dat het
bij inname door kittens uitdriogingsverschijnselen kan veroorzaken
door de sterk vochtabsorberende kwaliteit. Houtkorrels zijn over het
algemeen vaak te grof (denk aan met blote voeten over kiezels lopen)
maar de ook verkrijgbare “gebroken” korrels voelen zacht aan, ruiken
natuurlijk en fris, nemen goed vocht op en zijn verkrijgbaar in
klontvormende (geperste maïskern)en gewone uitvoeringen (voor als er
kittens zijn). Dit type korrels mag of op de composthoop of in de
biobak, of zelfs door het toilet. De bak wordt uiteraard iedere dag
ontdaan van vaste ontlasting en evt. klonten, en iedere week
minstens één keer uitgesopt.
Eerste Hulp Bij Opstoppingen
Ookal
helpt de eigenaar met borstel- en aaibeurten, iedere zichzelf
respecterende kat maakt met hoge regelmaat zijn toilet en met zo’n
dikke bontjas als van een Rusje kan dat wel eens betekenen dat je
toch nog de nodige haren binnenkrijgt. Deze haren kunnen zich in het
systeem van de kat verzamelen als een bal, die vervolgens lekker het
voedsel in de weg gaat zitten. Om de vorming van haarballen te
voorkomen kan maltpasta worden gegeven, hetzij rechtstreeks uit een
tube hetzij in de vorm van snacks, maar niet iedere kat is hier een
fan van. Maltpasta legt als het ware een glad laagje rond de
ingeslikte haren, waardoor deze soepel kunnen worden afgevoerd.
Omdat niet iedere kat graag malt opneemt, en omdat wij van de
buitenkant niet kunnen zien ofdat de malt zijn werk goed heeft
gedaan en er niet toch iets de kat dwarszit, zetten wij voor onze
katten wat groen neer. Plantaardig materiaal is vanwege de dikke
celwanden voor de kat niet verteerbaar en roept een afweerreactie op
in zijn systeem; de kat moet ervan braken
–
perfect, want dan komt die haarbal er mooi meteen mee uit. Veelal is
kattengras hiervoor de aangewezen optie, maar hiermee wil nog wel
eens het een en ander mis gaan. Het in de handel aangeboden gras is
niet altijd per definitie geschikt voor katten; zo ben ik al
meermalen de parapluplant tegengekomen onder de noemer kattengras.
Deze plant heeft lange, dunne, scherpe bladeren die verwondingen
kunnen veroorzaken en tevens kunnen de sprieten en zaden vast komen
te zitten in de neus- en keelholte, waaruit ze nog slechts operatief
kunnen worden verwijderd – ik heb het al meer dan eens gehoord! Echt
kattengras is een stuk zachter en wordt meestal aangeboden in bakjes
om zelf op te kweken – maar daar zit hem dus meteen de knijp; het
moet opgekweekt worden buiten bereik van de katten. Daarbij kan het
door de vorm nog steeds vast komen te zitten. Een goed alternatief
is het plantje “slaapkamergeluk” – niet giftig, zacht, veilig qua
vorm en nog veel decoratiever!
Nog meer groen waar katten blij mee zijn
Tja,
en als we dan toch naar het tuincentrum rennen om de binnenboel te
voorzien van het nodige katvriendelijke groen, dan kunnen we meteen
wel even kijken hoe we de kattenren met wat plantjes kunnen
opvrolijken.
Veel katten zullen er helemaal mee in hun nopjes zijn wanneer je
speciaal voor hen een kruidentuintje aanlegt, bestaande uit planten
die veilig zijn en hun zintuigen prikkelen.
Een voor de hand liggend ingrediënt is dan natuurlijk kattenkruid
(hiernaast afgebeeld, overigens ook goed binnen te zetten), andere
mogelijkheden zijn bijvoorbeeld kattengras (wel het zachte nemen
dus!),zebragras, kruizemunt, echte tijm, wilde tijm, hysop,
teunisbloem, watermunt en citroenmelisse.
Bijkomend voordeel van het aanbieden van groen aan katten, is dat de
kans groter is dat de overige kamerplanten met rust gelaten worden;
met de aantrekkelijkste mogen ze immers uitvreten wat ze willen!
Krabplekken creëren
Een
ander, erg belangrijk onderdeel van gedrag van katten, is het
afbakenen van hun territorium. Katten doen dit door op verschillende
wijzen geur- en visuele signalen uit te zetten; ontlasten, sproeien
en met de gezichtsklieren wrijven zijn hiervoor manieren, maar ook
het krabben behoort tot deze categorie.
Het moge duidelijk zijn dat het onmogelijk is gedrag af te leren dat
zo intricaat deel uitmaakt van het wezen van de kat, en dus moeten
we deze behoefte accomoderen. Dit doen we, door op de juiste plekken
krabplanken op te hangen en krabpalen neer te zetten. Persoonlijk
zie ik het liever één goede klimboom en meerdere krabplanken in een
woning, dan meerdere krabpaaltjes. Denk als een kat bij het plaatsen
van de krabplanken; waar kunnen indringers vandaan komen die attent
moeten worden gemaakt op mijn aanwezigheid, hoe laat ik zien dat dit
mijn eet- en slaapplekjes zijn, deze ruimte is ver van de ingang
maar óók van mij, etc.
En dan....RUST
Katten
brengen, net als wij, het grootste gedeelte van hun leven slapend
door, en dan zijn wat veilige, comfortabele slaapplaatsen wel op hun
plek. Jammergenoeg kunnen wij nog zo ons best doen door de mooiste
mandjes aan te schaffen, als ze niet op exact de goede plek staan
nestelt je kat zich nog liever op jouw favoriete stoel. Toch zijn er
slaapvoorzieningen die bij mijn katten steevast een hit zijn, dus
wie weet bij de jouwe ook. Met stip op één staan de pluchen
radiator-hangmatjes. Warm en zacht, wat wil je als kat nog meer om
echt te ontspannen? Doordat ze automatisch aan de rand van de ruimte
geplaatst zijn, houdt de kat overzicht en is toch beschut. Hetzelfde
gaat op voor bontmandjes in de vensterbank, die een goede tweede
plaats behalen; tussen je dutjes door lekker naar buiten gluren is
ideaal, en de verwarming is wederom dichtbij!
Veilig vervoer
Jammer
voor hen maar helaas, af en toe moeten onze katten er toch aan
geloven; die trip naar de dierenarts of de show. Natuurlijk zijn ze
goed gesocialiseerd op autorijden, dus daar schuilt geen probleem;
het volgende belangrijke ingrediënt is de vervoersmand of –kennel.
Bij de aanschaf van een kennel zijn er een aantal dingen waar je
rekening mee wilt houden en goedkoop is in deze vaak duurkoop.
Allereerst moet een kennel stevig en uitbraakveilig zijn- een
vastbesloten kat is erg sterk en duwt zich zo door het plastic
deurtje van de minder goede kennel. Ten tweede moet de kennel ook
van boven te openen zijn; zie een onwillige kat maar eens door het
deurtje aan de voorkant naar buiten te trekken. Ten derde moet de
kennel hygiënisch zijn; je komt ermee op plekken waar ziektekiemen
in overvloed zijn en een ongelukje is ook zo gebeurd tijdens een
lange autorit. Als laatste moet de kat beschut kunnen liggen – gaten
op “kathoogte” voor ventilatie zetten het dier op de tocht en werken
dus averechts. De Varikennel is m.i. de degelijkste kennel op de
markt.
Passende voeding
Jammer
aan de huidige maatschappij is dat consumenten blind afgaan op wat
fabrikanten hen vertellen over hun produkten. Wat mij betreft geldt
dat ook voor kattenvoer-producenten, en zeker die, die twintig
verschillende varianten van hun voeding in glimmende verpakkingen
aanbieden. Pas sinds een jaar of twintig worden brokken gevoerd, wat
een te korte periode is om met zekerheid te kunnen zeggen wat de
invloed hiervan is op de gezondheid van onze dieren. Wel zien we
momenteel veel problemen die met voeding verband houden; allergie,
diabetes, tandbederf, tandvleesontstekingen, problemen met de
zuurtegraad van de urine, enz. Ik besef dat mijn katten carnivoren
zijn, die met brok nagenoeg niks kunnen omdat hun systeem er niet op
is gemaakt om de plantaardige eiwitten en de grote hoeveelheden
koolhydraten te verwerken waaruit deze voeding meestal voor het
grootste deel bestaat.
Als je met de voeding zoveel mogelijk dát benadert waarop de kat is
gebouwd,
namelijk
de verwerking van hele prooien (voeren volgens prooidiermodel), dan
kun je mijns insziens niet fout. Ook ik ben echter maar een mens,
heb slechts beperkt de tijd om me bezig te houden met het prepareren
van voedsel voor mijn dieren en vind het idee van in uitsluitend
hele dieren aan katten voeren niet prettig. Daarnaast zie ik dat ik
ook andere katteneigenaren niet kan verplichten op deze manier te
voeren, en dus zullen de kittens die ik fok veelzijdig moeten leren
eten. Om deze redenen bied ik in principe geen muizen of kuikens aan
en BARF ik niet, maar heb ik gekozen voor Kompleet Vers Voer. Ik
voer Carnibest, andere voorbeelden van KVV zijn Bibi, Bandit en de
rauwe voeding van Prins. Om de tanden en kaken aan het werk te
houden komt daar regelmatig een kippennek, stuk hart of iets
dergelijks bij. Toch krijgen mijn katten af en toe ook brok of blik
voorgeschoteld, maar dan wel van merken met een zo hoog mogelijk
percentage aan dierlijke eiwitten en vetten en/of herkenbare stukken
vlees of vis.
Beschermd een frisse
neus halen
Eerlijk
is eerlijk, een kat die naar buiten kan om de wind in zijn vacht te
voelen of de regen op zijn snoet, die blij achter een vlindertje of
rondwaaiend blaadje aan kan dartelen, is gewoon gelukkiger. In deze
tijd is het echter bijzonder onveilig om je katten vrij naar buiten
te laten, overal loeren gevaren zoals besmettelijke ziekten,
vergiften, verkeer, agressieve dieren èn mensen, diefstal en ga zo
maar door. Voor zijn veiligheid zullen er dus concessies aan de
vrijheid van de kat moeten worden gedaan. De meest ideale manier van
buitengang, waarbij de kat zelf beslist wanneer hij gaat, is de
kattenren in de tuin of op het balkon, waar de kat door een luikje
naartoe kan. Natuurlijk voldoet een veilig afgezette tuin ook, mits
er dan ook geen andere katten in kunnen komen. Beschik je niet over
deze mogelijkheden, dan is het lopen aan een tuigje met (loop)lijn
een volgende goede optie; katten leren dit snel en waarderen het
zeker.
Ondersteuning bij stressvolle situaties
Soms
weet je bij voorbaat al dat er zaken te gebeuren staan die een
behoorlijke impact zullen hebben op het leventje van je kat.
Verhuizingen, operaties, geboorten en de introductie van nieuwe
huisgenoten zijn van dit soort situaties. Soms ook, is het niet
meteen duidelijk dat een kat aan stress lijdt, totdat hij plots
tekenen begint te vertonen – of beter, tot het ons plots begint op
te vallen (onzindelijkheid door stress bijvoorbeeld komt zelden uit
het niets, net als teruggetrokken-heid, overmatig wasgedrag of
abnormaal krabgedrag). Ook (langdurige) strijd tussen katten
onderling ziet men niet altijd vooraf aankomen. Ter ondersteuning
van de dieren in dit soort situaties mochten ze zich voordoen, heb
ik twee zaken steeds op de plank staan; Bach Rescue Remedy en een
Feliway verdamper. Feliway maakt gebruik van synthetische
gezichtsferomonen waardoor ruimtes vertrouwder aandoen en een gevoel
van veiligheid wordt geschapen, waar Rescue acuut ontspanning en
vertrouwen brengt. Zo kun je de kat op verschillende manieren helpen
zich weer vertrouwd te voelen in zijn eigen omgeving- ook voor ons
een geruststelling!
* Food
Enrichment for Cats
|