
Hoewel de Blauwe
Rus als ras reeds op vele websites wordt beschreven, is mijn
website toch niet compleet zonder mijn eigen kleine beschrijving
van het ras. Hoe meer visies op het ras je kunt vergelijken,
hoe beter je er je immers een beeld van kunt vormen, en da’s
belangrijk als je overweegt zo’n kat in huis te nemen.
Oorsprong
De
Blauwe Rus is een van de oudste geregistreerde kattenrassen, al
in 1875 maakten zij hun opwachting op de eerste Crystal Palace
shows in Londen.
Het is echter één van de weinige rassen waarvan het bestaan
terug te herleiden is tot de tijd voordat de raskattenfok een
georganiseerde hobby werd. De Rus is van oorsprong een
zogenaamd “natuurlijk ras”, wat wil zeggen dat de Rus in
principe in dezelfde vorm werd en wordt gefokt als de eerste van
deze katten die in een natuurlijke populatie werden
aangetroffen.
Het is dus geen “bedacht” (designer) ras, noch is het gebaseerd
op de nieuwe uiterlijke kenmerken van één bepaald nest kittens
(mutatieras). Waar de Blauwe Rus precies is ontstaan blijft
in nevelen gehuld.
Aangenomen wordt dat de katten hun oorsprong vinden in het
Noordwesten van Rusland, aangezien deze katten in de eerste
helft van de negentiende eeuw door zeevaarders werden meegenomen
naar Engeland vanuit de Witte Zeehaven Archangelsk.
De eerste Russisch Blauwe katten (toen nog Archangelsk katten)
zouden rond 1860 vanuit deze haven in de UK zijn
gearriveerd. Echter, er worden al sinds de zestiende eeuw op
Russen gelijkende katten afgebeeld op het Kola-schiereiland, in
Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Baltische Staten en
zelfs Spanje. Het ras heeft bijgevolg ook vele namen gehad;
Archangelsk kat, Russische kat, Spaanse Blauwe kat, Maltese kat
en Foreign Blue.
Pas in 1948 kreeg het ras zijn uiteindelijke naam; Russisch
Blauw. Het ras is met name flink beproefd door WOII, en de
daardoor noodzakelijk geworden infok van andere rassen (met name
de Siamese kater Lela Do is nog in de meeste stambomen terug te
vinden) en wijzigingen in de standaard, maar door de bijzondere
toewijding van de fokkers lijkt de huidige Blauwe Rus in alle
opzichten (inclusief de oogkleur, die na veel debat, op
aandringen van o.a. Constance Carew-Cox, in 1911 weer van koper
naar groen veranderd werd) weer op de oorspronkelijke Archangelsk
kat.
Algemeen
Ikzelf beschrijf de Rus graag als een ras voor mensen die
een kat nog weten te waarderen zoals hij bedoeld is. De Rus
is namelijk een ras zonder extreme kenmerken; de bouw is niet
overdreven slank of grof, zijn silhouet is niet bijzonder rond
of hoekig, hij heeft een korte vacht zonder krullen of
bijzondere aftekeningen of pluimen, zijn staart is in verhouding
tot zijn lichaam en ook in zijn gezicht zijn geen overdreven
kenmerken te vinden. De Rus is geen bodybuilder, theemuts of
frêle poppetje maar bezit een atletische souplesse, zoals we die
ook kennen van balletdansers of zwemmers. Hij is niet overdreven
groot, noch overdreven klein. De Rus is al even subtiel van
karakter als van uiterlijk. Ook hier zijn er geen extremen;
de Rus is niet overdreven spraakzaam of actief maar wel
communicatief en speels. Hij is niet brutaal, maar ook niet
erg verlegen. Hij is niet dominant, maar laat zich ook niet
domineren. Hij is niet veeleisend, maar gaat ervan uit dat
hij met respect en zorg wordt behandeld. Hij plakt niet hele
dagen op schoot, maar kan erg genieten van knuffels en op schoot
zitten, mits hij zelf mag kiezen wanneer , en hij hecht sterk
aan zijn eigenaar. Hij heeft een hekel aan alleen zijn, maar
functioneert vaak ook niet lekker in een grote groep.
Bijzondere, maar subtiele, uiterlijke kenmerken
Voor
mensen die dit ras hebben leren waarderen, is dat nou net wat zo
mooi is aan de Rus; alles is in balans. En doordat de extremen
ontbreken, vallen bij de Rus juist de subtiele versieringen op.
Alleen op een effen blauwe vacht kun je zo mooi de zilveren
schittering zien (door ingewijden in dit ras ook 'silversheen'
genoemd) die wordt veroorzaakt door de afwezigheid van pigment
in de uiterste puntjes van de haarschacht. Doordat de
oogkleur niet contrasteert met de kleur van de vacht geven ze
het gezicht een zweem van mystiek. De schitterende flessengroene
oogkleur houdt uiteraard ook weer het exacte midden tussen koper
en blauw; de uitersten in oogkleur bij katten. Door het
ontbreken van aftekeningen of overdreven gezichtskenmerken,
vallen de meer subtiele gezichtskenmerken op; de permanente
glimlach en de gesluierde blik die, mooi in stijl, wodkalook
wordt genoemd. De vachtstructuur is uniek voor de Rus; dubbel,
verend en opstaand als pluche, maar toch fijn en zijdezacht. Een
goede Russenvacht laat zich kenmerken door het feit dat hij op
blijft staan als je tegen de groeirichting instrijkt; je kunt er
patronen in tekenen, net als in fluweel of velours. Bijzonder,
maar niet opvallend.
Uiterlijk: de rasstandaarden
Een van de meest verwarrende dingen voor nieuwe
Russeneigenaren, en een van de grootste problemen bij de fok van
Russisch Blauw, zijn de vele verschillende rasstandaarden die
worden toegepast.
Binnen geen enkel ander ras bestaat er wereldwijd zoveel
verschil in opvatting over hoe het eruit moet zien. Veruit de meeste Nederlandse fokkers
zijn aangesloten bij onafhankelijke verenigingen, waar de
keuringen aan de hand van de NOK standaard (de Nederlandse
vertaling van de Engelse GCCF standaard) worden uitgevoerd. Door
de standaard toe te passen uit het land waar het ras als eerste
doelgericht werd gefokt, wordt vastgehouden aan het meest oorspronkelijke type
zoals dat in de UK wordt gefokt (de fok van Russen buiten de UK
kwam pas goed op gang in de jaren '40).Dit type wordt ook wel aangeduid als het Engelse type en
zou voor de Britse fokkers uit de late 19e en vroege 20e eeuw
nog goed als zodanig herkenbaar zijn. De standaard voor dit type kun je
hier bekijken.
Maar zelfs binnen
Nederland, waar de FIFe en het NOK op papier nagenoeg dezelfde
standaard hanteren (de FIFe standaard is gebaseerd op de GCCF
standaard), is er een groot verschil in types ontstaan
doordat de interpretatie van de keurmeesters vanuit die
organisaties onderling verschilt.
De interpretatie van de FIFe standaard is wederom anders in de
Scandinavische landen, waardoor zij van meet af aan hun eigen
type hebben ontwikkeld; het Scandinavische type. De Amerikanen
zijn duidelijk weer een andere weg
ingeslagen door onder de vlag van CFA en TICA , in eerste
instantie uit combinaties van Engelse en Scandinavische katten
en later door selectieve fok, het moderne Noord-Amerikaanse
type te
creëren,
en een aantal landen volgt nu die koers.
Sterk
karakter
Hoewel
Russen niet overdreven spraakzaam, actief, aanhankelijk of
onafhankelijk zijn, moet je niet denken dat Russen dan maar
watjes zijn zonder persoonlijkheid.
Integendeel, Russen bezitten bijzonder sterke persoonlijkheden
en ieder dier heeft zijn eigen uitgesproken karakter. Je
zult merken dat iedere Rus die je ontmoet anders is, en dus is
het moeilijk om een omschrijving te geven van het karakter van
het ras als geheel. Toch zal ik proberen de grove overeenkomsten
te schetsen uit mijn eigen ervaring met ze. Niet voor niets
wordt vaak aan de Rus gerefereerd als een “kat voor kenners” of
“de aristocraat onder de katten”, hoewel deze begrippen niet
verkeerd moeten worden uitgelegd. De Rus is een “kat voor
kenners” omdat er een redelijk verfijnde smaak voor nodig is om
de Rus optimaal te waarderen. Het wil dus niet zeggen dat je
ervaring moet hebben met katten om (van) een Rus te kunnen
houden!!! De benaming “aristocraat” is een gevolg van de
typische houding van de Rus; het is een ingetogen, statig en
elegant ras dat nogal arrogant over kan komen.
De Rus vindt het
vanzelfsprekend om als een tsaar behandeld te worden en zal hier
dus ook nooit om vragen. Hij gaat er gewoon van uit dat hij op
gezette tijden eten krijgt, dat deuren worden geopend (ookal
kunnen ze dat zelf ook erg goed) en dat kranen worden
opengedraaid. Het zijn trotse maar lieve, zachtaardige katten die,
meer nog dan de gemiddelde kat, gesteld zijn op rust en harmonie
in huis en ze houden dan ook van routine. Hun
aanpassingsvermogen is echter prima, mits hun socialisatie
uiteraard goed is geweest. Voor hun mensen zijn het trouwe
metgezellen; ze volgen je op de voet als een schaduw zonder ooit
opdringerig te zijn en pas als zij het moment geschikt achten,
komen ze op schoot. Bij vreemden ligt dat iets anders; de
vriendschap en het vertrouwen van een Rus moeten namelijk
verdiend worden. Vreemden worden bij voorkeur dus eerst van
afstand geobserveerd. (Laat het duidelijk zijn dat dit iets
anders is dan angstigheid; angst voor mensen mag ook bij de Rus
niet normaal worden gevonden!)
“Aristocraat” wordt dus gebruikt om de tegenstelling aan te
geven met de meer opdringerige rassen en allemansvriendjes.
Russen zijn intelligente katten (de één wat meer dan de ander
uiteraard) die snel ingespeeld raken op je gewoonten. Zo weten
ze altijd precies wanneer je op wilt staan, of dit nu is om hun
voer klaar te maken, de deur open te doen of naar het toilet te
gaan; de Rus rent altijd al blij voor je uit in de juiste
richting. Ze hebben gauw door hoe dingen werken en je moet
dus niet verbaasd zijn als je Rus na een paar indringende
blikken jouw kant op dan maar zelf aan de deurklink gaat hangen.
Hun geheugen is subliem, veel Russen herkennen hun fokker na
vele jaren nog en ook uit eigen ervaring kan ik zeggen dat
geliefde personen nog na lange tijd als vanouds worden begroet –
heel bijzonder. Ook voelen ze feilloos je stemming aan; zo zul
je merken dat als jij gestresst bent, de katten ook onrustig of
zelfs “lastig” worden, en dat ze bij je komen liggen als je ziek
of verdrietig bent.
Hardnekkige misverstanden
Over de Rus doen een paar verhalen de ronde waarvan de kern
misschien wel klopt maar die toch gerelativeerd moeten worden.
Zo wordt de Rus vaak omschreven als een rustige kat die
goed op een flat gehouden kan worden. Hoewel Russen niet
hyperactief zijn, hebben ze wel een gezonde dosis beweging,
voldoende leefruimte en geestelijke stimulans nodig. Daarnaast
betekent rustig niet inactief. Het blijven immers katten, en
relatief zijn ze nog altijd actiever dan de cobby rassen (Brit,
Pers en dergelijke). Kittens kunnen vanzelfsprekend echte
wervelwinden zijn. Het is niet onmogelijk om een Rus op een
flat te houden, maar in dat geval zul je wel wat aanpassingen
moeten doen in het belang van je kat. Als je weinig
vloeroppervlak hebt, werk dan de hoogte in. Speel voldoende
(dagelijks!) met hem (zelfs als er andere katten in huis zijn!),
zorg dat hij kan klimmen (op klimpalen, plankjes aan de muur
e.d.) en dat hij voldoende plekken heeft om lekker naar buiten
te kijken.
 In het meest ideale geval maak je op je balkon
een afzetting zodat je kat ook op je bovenwoning veilig een
frisse neus kan halen. Ook bij een groter huis wordt een veilige
buitenren overigens erg gewaardeerd.
Waarschijnlijk een grote teleurstelling voor hen op zoek naar
die ene mogelijkheid om toch katten te houden: Russen zijn
niet hypo-allergeen - sommige mensen
met kattenallergiën reageren iets minder sterk op Russen.
Dit is waarschijnlijk te wijten aan de dubbele vacht waardoor de
Rus meer van zijn huidschilfertjes, huidolie en/of
speekselresten bij zich houdt; het is echter niet
wetenschappelijk aangetoond dat de Rus als ras minder FEL d1 of
FEL d4 zou aanmaken.
Helaas blijft dit een zeer hardnekkige mythe, waardoor menig
bezoek aan fokkers al in een teleurstelling is ontaard. Een ander hardnekkig
gerucht is dat Russen zachte stemmen hebben,
nauwelijks miauwen en zelfs tijdens krolsheid nauwelijks hun
stem verheffen. Toegegeven, Russen zijn geen Siamezen
qua stemgebruik, maar het blijven katten en er zitten zeker wel
kletskousen tussen. Vaak zullen de “gesprekken” plaatsvinden in
korte,
zachte
miauwtjes en prrrrrt-geluidjes, maar ook een Rus kan een keel
opzetten. Vooral het stemgeluid van krolse poezen en
geslachtsrijpe katers mag niet worden onderschat – “nauwelijks
verheffen” is voor zo’n beetje de helft van de open poezen en
katers niet van toepassing. Het verschil met de praatgrage
rassen is, dat Russen hun stem meer doelgericht gebruiken. Ze
praten niet om het praten, maar proberen een boodschap over te
brengen.
Let je dus goed op de lichaamstaal (die overduidelijk is) en is
het dier gecastreerd, dan zal het weinig hoeven miauwen. Ook
wordt vaak gezegd dat Russen tot op hoge leeftijd speels
zijn. Dat is ook zo, speelgedrag is een sociale vorm van
jachtgedrag die iedere oudere Rus (en andere kat) beheerst, maar
de kat moet hier wel toe gestimuleerd worden. Als je niet
actief met je Rus aan de slag gaat of hem uitdagend speelgoed
biedt zal hij het grootste deel van de dag slapen en weinig
speelsheid laten zien.
Het is belangrijk voor katten dat ze spelen en Russen beleven er
erg veel plezier aan, dus doe die moeite ook!
Vachtverzorging
De Rus is een fantastisch ras als je niet van borstelen houdt –
een Rus mag, zeker voor de show, namelijk juist niet geborsteld
worden! Met het borstelen van de vacht wordt de ondervacht
beschadigd en uitgetrokken, waardoor de vacht meer aan gaat
liggen terwijl op de show geldt; hoe meer de vacht uitstaat, hoe
beter. Russen hebben echter ook ruiperiodes en door de
dichte haarinplant valt het haar niet op de grond maar wordt het
vast gehouden tussen de andere haren in de vacht. Als de Rus
zich dan wast krijgt hij enorm veel haar binnen wat haarballen
tot gevolg kan hebben. Dit is uiteraard onprettig voor de
kat en dus is het voor het dier zelf beter om tijdens die
periodes wel te borstelen. Om beschadiging van de vacht
zoveel mogelijk te voorkomen, gebruik je hiervoor een
varkensharen babyborstel, een metalen kam of een vochtige
washand. Je kunt natuurlijk ook flink aaien. Verdere
lichamelijke verzorging van de Rus bestaat uit een wekelijkse
fysieke controle, het om de paar weken knippen van de
nagelpunten en daarnaast indien nodig het schoonhouden van de
ogen, de neus de en oren. Wat dat betreft dus een uitermate
makkelijk ras.
Vanuit het oogpunt van een liefhebber en eigenaar is het
volgende artikeltje over de Blauwe Rus verschenen in het
kattenblad Majesteit:
●
Mijn
raskat en ik
 |